Essay: Wat is het verschil tussen delier en intoxicatie, welke factoren …

Hoofdvraag
Wat is het verschil tussen delier en intoxicatie, welke factoren bepalen het risico op (toename) delier bij medicatie en welke verpleegkundige interventies zijn het meest effectief bij een delier in combinatie met medicatie gebruik?
Deelvragen
– Wat is het verschil tussen delier en intoxicatie?
– Welke factoren bepalen het risico op (toename) delier bij medicatie?
– Welke verpleegkundige interventies zijn het meest effectief bij een delier in combinatie met medicatie gebruik?

In dit onderzoeksverslag kunt u antwoorden vinden op deze hoofdvragen en deelvragen. Aan de hand van deze vragen ga ik ook een conclusie schrijven. Voor de posterpresentatie ga ik een poster maken en de informatie presenteren, een foto zal als bijlage te vinden zijn.

Deelvraag 1: Wat is het verschil tussen een delier en intoxicatie.

Deskundigen in ZEMBLA stellen dat ‘?n van de grootste bedreigingen voor de ouderen in het ziekenhuis een delier is. Als een delier is doorgemaakt door een pati??nt, is de kans op dementie twaalf keer zo groot en overlijdt 40 procent van de pati??nten met een doorgemaakt delier binnen twee jaar. Hoogleraar verplegingswetenschap Marieke Schuurmans dat ‘?n derde van de patienten die een delier doormaakt in het ziekenhuis niet wordt opgemerkt door gebrek aan gekwalificeerd personeel. http://zembla.vara.nl/seizoenen/2014/afleveringen/22-05-2014/delier-grote-bedreiging-oudere-patient
Prognose: Bij patienten vanaf 50 jaar die tijdens een ziekenhuisopname een delier doormaakten, werden bj ontslag nog bij 45% van de pati??nten symptomen gevonden en 3 maanden na ontslag nog bij 33% van de patienten. https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-delier
Allereerst zal ik op deze deelvraag ingaan door kort uit te leggen wat een delier is volgens de classificatie van DSM-IV.
Volgens de DSM-IV voldoet een delier aan de criteria hieronder:
– Er is sprake van een bewustzijnsstoornis met miner vermogen om aandacht te concentreren en vast te houden. Ook is er verminderd vermogen om concentratie te verplaatsen.
– Ten tweede is er sprake van een verandering in de cognitieve functie of er kan een waarnemingsstoornis optreden die niet het gevolg zijn van een al ontwikkelende of vastgestelde dementie.
– Naarnaast ontwikkelt een delier zich snel, namelijk in een korte periode (uren tot dagen) en fluctueert het in het verloop van de dag.
– Er zijn aanwijzingen dat het delier wordt veroorzaakt door directe lichamelijke gevolgen van een medische aandoening.
Het VUmC zegt dat in de DSM-IV wordt het delier onderscheiden op basis van de oorzaak, bijvoorbeeld: een delier door een algemeen medische aandoening of een delier door het gebruik van (genees-)middelen. http://www.vumc.nl/afdelingen-themas/41463/27797/6953451/6953457/6955824/DSMIV.pdf

Er zijn drie verschillende vormen van delier. Een vorm van delier is een hyperactief delier, dit is een vorm van delier waarbij onrust, plukken of ongericht agressief gedrag op de voorgrond staan. Bij de hypoactieve vorm van delier staan apathie en loom zijn, slapen enzovoort op de voorgrond. Patienten met de hypoactieve vorm van het delier zijn niet agressief. Ook is er nog de gemengde variant. De hyperactieve vorm wordt het meest herkend, maar de hypoactieve vorm komt het meest voor. http://link.springer.com/chapter/10.1007/978-90-313-9265-0_31#page-1

Ten tweede wil ik ingaan op wat Carpenito zegt over intoxicatie. Carpenito zegt: risico op intoxicatie is: ”Verhoogde kans op schadelijke effecten van blootstelling aan of opname van medicijnen of gevaarlijke stoffen.”

Allereerst http://www.internisten.nl/uploads/yf/Ob/yfObyHjiU9G7Zgt6OxMt3A/richtlijn_2014_Delier-Volwassenen-en-ouderen.pdf

Deelvraag 2: Welke factoren bepalen het risico op (toename) delier bij medicatie?

Er zijn bepaalde factoren die het risico op een delier verhogen. Als eerst ga ik de predisponerende, niet-beinvloedbare factoren benoemen:
– Dementie of een andere cognitieve stoornis;
– Hoge leeftijd (delier komt meer voor bij ouderen);
– Het eerder hebben doormaken van een delier;
– Ernstige (multi)morbiditeit (optreden van (meer dan ‘?n) ziekte tijdens een bepaalde periode).

Vervolgens de factoren die mogelijk wel beinvloed kunnen worden:
– Infecties, zoals urineweginfectie of pneunomie;
– Metabole ontregeling
– Medicatie, of medicatiewijziging of medicatieonttrekking. Daarbij is polyfarmacie ook een risicofactor (het gebruik van vijf of meer soorten geneesmiddelen);
– Hersenaandoeningen
– Pijn, urineretentie of een obstipatie.
– Trauma wat acuut is ontstaan, met name fracturen.
– Operatie, verminderde mobiliteit, maatregelen die de mobiliteit beperken;
– Het hebben van een katheter
– Gehoor- en visusbeperking, slaaptekort en omgevingsverandering, hierdoor kan een patient verminderde orientatie hebben.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.