Zo zijn er een aantal argumenten waarom iedereen meertalig opgevoed moet worden. De eerste argument is dat de hersenen groeien bij het leren van meerdere talen. Zweedse onderzoekers kwamen te weten dat een deeltje in de hersenen genaamd de hypocampus, toenam in grootte bij het leren van meerdere talen. (Jansen, 2014) Dit is een belangrijk deeltje voor de opslag van informatie in het geheugen, de ruimtelijke oriëntatie en het controleren van gedrag. Als bij de mens de hippocampus beschadigd is, kan dit bijvoorbeeld leiden tot een verminderd vermogen om nieuwe informatie in het geheugen op te nemen.
Bijgevolg, blijkt uit een Canadese studie dat meertaligen later kans hebben op ouderdomsziekten zoals dementie en alzheimer. Meertalige ouderen dementeren gemiddeld vier jaar later dan eentalige ouderen. Door het leren van een nieuwe taal wordt de hippocampus en delen van de hersenschors versterkt. (Jansen, 2012) Op die manier zou dementie, waarbij deze delen van het brein zijn aangetast, worden tegengegaan. Een jonge mevrouw die bijvoorbeeld de mogelijkheid had om naast Nederlands nog Duits en Engels te leren, zal later last hebben van dementie dan een mevrouw die alleen Nederlands spreekt.
Een tweede argument waarom meertaligheid gestimuleerd moet worden is omdat de kinderbrein efficiënter werkt bij het leren van een tweede of derdetaal.
Het systeem, dat dagelijks wordt gebruikt om onze aandacht te richten en impulsen te onderdrukken, werkt dan efficiënter. Dit concludeert de Taalwetenschapper Greg Poarch. (Leiden, 2013)Door meertaligheid zou je beter in staat zijn om de wereld door een andere bril te bekijken en dat zou tot meer creativiteit leiden. (Renckers, 2009) Je kunt als meertalige gemiddeld beter complexe denktaken creatief oplossen en hebt sterkere communicatieve vaardigheden.
Uit verschillende onderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat tweetalige kinderen beter zijn in het zien van de twee verschillende afbeeldingen in plaatjes.
Daarentegen, zijn er natuurlijk ook tegenargument voor een meertalige opvoeding. Kinderen met een stoornis zoals slechthorendheid, autisme, ADHD of dyslexie kunnen problemen hebben met het leren van twee of meer talen tegelijk. (Jansen, 2012) Een persoon met dyslexie heeft moeite met lezen, spellen en zelf schrijven, terwijl er niks mankeert aan iemand zijn intelligentie. Het is dan moeilijk voor een persoon om verschillen tussen klanken te horen en te leren. Een tweede of derde taal zal dus extra lastig zijn om te leren. In de klas een tekst oplezen kan bijvoorbeeld al heel moeilijk zijn voor een kind met dyslexie.
Maar er kan natuurlijk wel iets gedaan worden aan kinderen met een stoornis zoals dyslexie die een tweede of derde taal willen leren. Deze kinderen kunnen bijvoorbeeld op school extra ondersteuning krijgen met spellen en lezen. Ook kunnen ze thuis bijvoorbeeld veel lezen, waardoor ze hun leesvaardigheid kunnen verbeteren. Ook als je een stoornis hebt, is het mogelijk meerdere talen te leren. Het zal misschien meer inspanning en tijd kosten maar ook als je een stoornis hebt groeien de hersenen bij het leren van een nieuwe taal.
Concluderend, iedereen zou meertalig opgevoed moeten worden. In veel onderzoeken is aangetoond dat het meertalig zijn, veel meer voordelen heeft dan eentalig zijn. Zowel voor mensen met een stoornis als mensen zonder een stoornis heeft meertaligheid duidelijk meer voordelen dan nadelen. Een Turkse gezegde luidt: Bir dil bir insan, iki dil iki insan. ‘Een taal, een mens, twee talen, twee mensen.’