Essay: Wat is homeostase

Homeostase is het vermogen van ons lichaam om alle functies van het lichaam (temperatuur, zuurgraad, bloeddruk, ademhaling) in evenwicht te hebben en te houden.

De cellen in ons lichaam zijn gebaat bij een constante omgeving.

Er moet :

– voldoende zuurstof zijn
– voldoende voedingsstoffen
– afvalstoffen moeten worden afgevoerd
– temperatuur voor de cellen moet gunstig zijn
– zuurgraad voor de cellen moet gunstig zijn

De directe omgeving van de cel bestaat uit weefselvloeistof met daarin opgeloste stoffen.

Het vermogen van ons lichaam om deze celomgeving zo constant mogelijk te houden noemen we homeostase.

2a. Hoe zorgen longen voor de opname en afscheiding van
zuurstof.

De longen zijn onze ademhalingsorganen, waar zuurstof wordt opgenomen in het lichaam en koolstofdioxide wordt afgegeven.
Het wisselen van deze twee gassen heet: gaswisseling.

Bij de ademhaling wordt lucht in de longen gebracht en weer uit de longen geblazen.
Hoe groter het verschil tussen het zuurstofgehalte in de longen en in het bloed, hoe sneller de opname van zuurstof verloopt.

De zuurstof in de ingeademde lucht wordt in de longen afgegeven aan het bloed.
Koolstofdioxide wordt vanuit het bloed afgegeven aan de longen.
De longen hebben een groot oppervlak waardoor er snel gaswisseling optreedt.

Bij het slikken sluit de huig de neusholte af en het strotklepje de luchtpijp.
De kraakbeenringen rond de luchtpijp houden de luchtpijp open.

De ingeademde lucht komt via de luchtpijp in de bronchi??n.
De bronchi??n vertakken zich steeds meer en de lucht komt uiteindelijk in de longblaasjes terecht.

De longblaasjes maken dat de oppervlakte van de longen groot is.
In de longblaasjes worden zuurstof en koolstofdioxide uitgewisseld met het bloed.
Vanuit de lucht in de longblaasjes lost zuurstof eerst op in het laagje vocht aan de binnenkant van de longblaasjes.
Van daaruit vindt diffusie plaats naar het bloed in de longhaarvaten.

De long is een onderdeel van de kleine bloedsomloop.
Vanuit de rechterkamer komt zuurstofarm en koolzuurrijk bloed in de longen.
In de longen vindt de gaswisseling plaats en zuurstofrijk en koolzuurarm bloed komen via de linker boezem en de linker kamer in de grote bloedsomloop terecht.

De wand van de longblaasjes is maar ‘?n cellaag dik. In de longblaasjes zit lucht en om de longblaasjes heen bloed.
De scheidingswand tussen bloed en lucht is dus heel dun.

2b. Hoe zorgen kieuwen voor de opname en afscheiding van
zuurstof.
Kieuwen komen veel voor bij waterdieren, zoals vissen en jonge amfibie??n.
Kieuwen zijn het gaswisselingsorgaan van de vissen/waterdieren.
Vissen happen water in hun mond en persen dat water door openingen aan de zijkant van de kop er weer uit.
Achter het kieuwdeksel in de mondholte bevinden zich de kieuwen.
De kieuwplaatjes hebben samen een groot oppervlak.
De zuurstof uit het water gaat door de wand van de kieuwplaatjes naar het bloed.
Koolstofdioxide wordt vanuit het bloed afgegeven aan het water.
Het hart van de vis heeft ‘?n kamer en ‘?n boezem.
In de kieuwen wordt zuurstof opgenomen.
Vissen happen water, met zuurstof naar binnen.
In de kieuwen wordt de zuurstof opgenomen en via het bloed naar de organen getransporteerd.
De koolstofdioxide wordt in de kieuwen weer afgegeven.

Het is een enkelvoudige bloedsomloop.

Vissen hoeven minder voedsel te verbranden en hebben minder zuurstof nodig dan warmbloedige dieren.
Vissen zijn koudbloedig, hun lichaamstemperatuur past zich aan aan hun omgeving. Ze zijn iets warmer dan de omgeving.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.