Steeds meer gaan burgers actief deelnemen aan participatie. Burgers gaan vooral actief aan de slag in hun eigen nabije omgeving. In de straat, buurt. Dit heeft burgerparticipatie (Rijksoverheid, n.d.). Burgers doen vrijwilligerswerk, kunnen deelnemen aan vergaderingen die gaan over de begroting van de gemeente. Burgers richten ook zelf organisaties op. Bijvoorbeeld een zorgcoöperatie. Door de participatie van de burger krijgt de overheid ook een nieuwe rol. De overheid moet inspringen op de participatie van de burger. Dit vraagt soms een meer terug getrokken houding van de overheid, maar vaak ook een ondersteunde rol bij burgerparticipatie. Dit wordt ook wel overheidsparticipatie genoemd. De samenwerking tussen burgers en de overheid wordt ook wel de doe-democratie genoemd. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/burgerschap/inhoud/burgerparticipatie

‘Onze buurt aan zet’ is een onderzoek wat van 2001 tot 2004 heeft gelopen. Dertig steden in Nederland deden actief mee met dit onderzoek om burgers in hun eigen wijk mee te laten denken en -doen. ‘Onze buurt aan zet’ is een initiatief van grotestedenbeleid (GSB), het ministerie van binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties. Leefbaarheid, veiligheid, sociale cohesie en integratie in aandachtswijken moesten op deze manier bevorderd worden. Burgerparticipatie zou helpen bij het realiseren van de doelen. http://www.verwey-jonker.nl/doc/vitaliteit/D8862336_def.pdf

Verwey-Jonker heeft tussenevaluaties in 2003 gerealiseerd in vijf uitgekozen steden. (Van der graaf, 2003, Onze buurt aan zet onder het vergrootglas) .  Dit verder uitwerken?

Het doel van het onderzoek is het vergroten van de leefbaarheid, veiligheid, sociale cohesie en integratie in de aandachtswijken in Nederland. De burgerparticipatie wordt gezien als een belangrijke conditie, als een middel, om dit doel te kunnen bereiken.

Initiatiefnemers vergeleken

Het beeld van actieve burgers dat uit internationaal en nationaal onderzoek opdoemt is dat van hoger opgeleide autochtone mannen van boven de vijftig. (S.Verba,K.L.Schlozman,H.Brady,&N.H.Nie(1993)‘CitizenActivity-Whoparticipates-WhatDoTheySay’,Ameri- can Political Science Review 87 (2): 303-318; S. Verba, K.L. Schlozman, & H.E. Brady (1995) Voice and equality: civic voluntarism in American politics. Cambridge: Harvard University Press; B. Denters, E. Reimink, M. Boedeltje & P. Geurts (2011)

‘Politieke gelijkheid bij diverse vormen van electorale en non-electorale politieke participatie’, in: R. Andeweg & J. Thomassen (red.) Democratie doorge- licht. Het functioneren van de Nederlandse democratie, Leiden: Leiden University Press.; M. Bovens & A. Wille (2011) Diplomademocratie. Over de spanning tussen meritocratie en bureaucratie, Amsterdam: Prometheus.)  hoe kan ik deze bron terugvinden?

Zij zijn degenen die gaan stemmen, aan inspraak of interactieve beleidsvorming meedoen en die zich via buurtorganisaties, Verenigingen van Eigenaren of huurdersverenigingen inzetten voor hun directe leefomgeving. Maar geldt dat ook voor bewonersinitiatie- ven? Ons onderzoek in Amsterdam laat een ander beeld zien. Bijna twee derde van de 745 initiatiefnemers is vrouw, vrijwel de helft is onder de vijftig, veertig procent heeft een andere etnische herkomst, de helft is middelbaar of lager opgeleid en een derde heeft een laag inkomen. Hoger opgeleide autochtone mannen van boven de vijftig vinden we hier ook, maar minder dan in klassieke participatieprojecten.

Veel van de Amsterdamse initiatiefnemers wonen al lang in de buurt: een kwart tussen de tien en twintig jaar en een derde zelfs tussen de twintig en vijftig jaar. Twee derde is zo verknocht aan hun buurt dat ze voor altijd op hun huidige adres willen blijven wonen. De tevredenheid met de buurt en zich thuis voelen in de buurt scoren hoog, een indicatie van een sterke buurtbinding. Kortom, deze initiatiefnemers zijn sterk verankerd in hun buurt waardoor het voor hen logisch is om zich hiervoor in te zetten.

Deze actieve inzet in de buurt sluit vrij goed aan bij hun andere vormen van participatie. Veel Amster- damse initiatiefnemers stemmen (93%), doen vrijwilligerswerk in een organisatie (79%), gaan naar bij- eenkomsten van de gemeente over de buurt (76%), doen mee aan initiatieven van andere bewoners (73%) en nog veel meer. Ze zijn ook lid van buurtorganisaties (53%), vrijetijdsorganisaties zoals sportclubs (52%), belangenbehartigende organisaties zoals vakbonden (43%) en andere organisaties.

(ZieE.Tonkens&I.Verhoeven(2011)Bewonersinitiatieven:proeftuinvoorpartnerschaptussenburgersenoverheid,Amsterdam:PallasPubli- cations. )

Al deze activiteit buiten de initiatieven om is opvallend omdat de initiatiefnemers op diverse kenmerken afwijken van het beeld van actieve burgers dat we eerder in de literatuur zagen. Zou het kunnen dat bewonersinitia- tieven een bepaald segment van de toch al actieve burgers aantrekken dat nadrukkelijker bestaat uit vrou- wen, oudere jongeren, mensen met een andere etnische achtergrond of lager en middelbaar opgeleiden?

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.