Voor mijn les spreekvaardigheid had ik er voor gekozen om de kinderen zelf te laten beginnen met een klein acteer lesje. In dit lesje gaf ik kinderen om de beurt een kaartje waar een spreekwoord of gezegde opstond dat ze dan moesten uitbeelden. Maar omdat je een spreekwoord letterlijk kan uitbeelden maar ook figuurlijk had ik er ook bijgezet of ze het spreekwoord nou letterlijk moesten uitbeelden of juist de betekenis erachter moesten uitbeelden. De kinderen zelf vonden dit heel leuk en ik kreeg hier dan ook goede, mondelinge, feedback van terug, van de kinderen. Ik had met dezelfde reden ervoor gekozen om hier te acteren als waarom ik bij de boekpromotie les voor tekenen had gekozen: fysieke oefeningen helpen de taalvaardigheden te verbeteren. De reden waarom ik hier voor acteren koos in plaats om nog een keer te gaan tekenen was om wat afwisseling te brengen in de lessen en omdat het mij gemakkelijker leek voor de kinderen om een spreekwoord of gezegde uit te beelden dan om het te moeten tekenen, aangezien niet iedereen een idee heeft bij wat een spreekwoord nou eigenlijk betekent. We zijn met dit acteren ongeveer een kwartiertje tot een half uur bezig geweest en daarna heb ik de kinderen uitleg gegeven hoe je nou spreekwoorden moet opzoeken in een spreekwoordenboek. Dit duurde ongeveer 5 tot 10 minuutjes. Daarna heb ik de kinderen aan het werk gezet met dit, door mij samengestelde, spreekwoorden werkblad. Ik had er voor gekozen om verschillende opdrachten in dit werkblad te stoppen omdat: ieder kind wel goed is in iets. Sommigen zijn beter in ruimtelijk denken waar dan zo’n doolhof op aansluit, sommigen zijn goed in het oplossen van puzzels en die vinden dan weer de rebus heel erg makkelijk, sommigen zijn goed in het ordenen van dingen waardoor die knip en plak opdracht weer makkelijker werd en anderen zijn weer goed in het opzoeken van dingen, waar dan ook, en die vonden dan weer de opdracht met de betekenissen oplossen makkelijker. Kortweg hierdoor had ik voor elk kind wat waardoor de opdracht voor iederen leuk en interessant bleef. Uiteindelijk zijn we met deze opdracht een paar uur bezig geweest, want het bleek helaas dat de uitknip-opdracht toch langer duurde dan ik verwacht had, aangezien ze groep 8 zijn. De kinderen liepen namelijk tegen het probleem aan dat het onoverzichtelijk werd. Ze hadden eerst alle kaartjes uit geknipt en die toen maar op een hoopje op de tafel neergelegd waardoor je niet meer goed kon zien waar welk spreekwoord en waar welke betekenis lag. Sommige kinderen zijn hier dan ook spreekwoorden of betekenissen door kwijt geraakt. Ik heb dit probleem toen maar zo goed mogelijk proberen oplossen door dingen voor te zeggen maar dat doe je dan toch niet zo graag omdat de kinderen daar minder van leren. Gelukkig heb ik hier dan ook feedback over gekregen van mijn mentor waarmee ik dan weer mijn nieuwe lessen heb kunnen verbeteren of waar nodig zelf kunnen aanpassen zodat het duidelijk en interessant blijft voor de kinderen. Ook heeft de feedback mij geleerd hoe er op in te gaan als er zoiets gebeurd zonder dat je dingen hoeft te gaan voor zeggen, zodat de kinderen er nog steeds het maximale uit blijven leren en je niet je les voor niks hebt gemaakt. Daarnaast heb ik dankzij deze feedback ook de boekpromotie les zo goed kunnen uitvoeren, aangezien deze les eerder was dan mijn boekpromotie, waardoor de kinderen daar ook zoveel plezier in hebben kunnen hebben zonder dat het hun werkhouding of effectieviteit stoorde.
Slot
Het taalklimaat bij mijn stageschool is dus redelijk goed. Er was eerst alleen een bibliotheek en misschien een paar posters in groep ¾ maar ondertussen is de bibliotheek behoorlijk uitgebreid, zijn er taalposters in elke klas, zijn er andere posters ook in elke klas, heeft elke klas een eigen boekenplank en worden er in de bovenbouw boekpresentaties/ boekbesprekingen gehouden. Daarnaast hebben mijn taallessen ook bijgedraaid tot het verbeteren van het taalklimaat in de klas want, zoals hierboven te lezen is, zijn er een heleboel kinderen die na mijn lessen geïnspireerd zijn geraakt om het boek te lezen en na de spreekwoorden les hebben een heleboel kinderen spreekwoorden gebruikt in de daarna volgende taallessen waarbij ze een verhaaltje moesten schrijven. Maar wat voor mij toch wel echt een paar “eye-openers” waren bij deze lessen was hoe snel de kinderen mij accepteerden als docent. Ik had verwacht: “o het is groep 8 daar zal ik het waarschijnlijk eerst moeten verdienen voordat ze mij zullen accepteren als docent” maar het was juist het tegenovergestelde. Ze luisterden vanaf het begin of aan naar mij alsof ik al met een diploma voor de klas stond. Sommige kinderen hadden zelfs al gevraagd of ik de invaller zou zijn wanneer de mentor onverwachts ziek zou worden. Een andere “eye-opener” voor mij was dat de knipopdracht zo lang duurde. Ik had verwacht “o groep 8 heeft die knip en plak opdracht zo gedaan” maar dat was niet zo. Mede doordat ik die les ook niet echt duidelijke regels had gesteld, wat ik dan dus ook als feedback heb terug gekregen. En mijn derde en laatste “eye-opener” was hoe goed de kinderen al een mening ergens over konden vormen. We hebben het namelijk in de klas meerdere malen gehad over: Donald Trump en zijn campagne in amerika, de aanslagen in brussel en over het allerdaagse nieuws in nederland. Ik was echt verbaast hoe goed ze hier al een mening over vormden en hoe goed ze deze mening ook konden onderbouwen, aangezien ik zelf naar mijn idee niet overal een mening had op die leeftijd. Kortweg de kinderen hebben veel geleerd van mijn lessen en hebben daarnaast ook nog wat plezier kunnen maken wat, voor mij, toch een belangrijk punt is. Dat kinderen met plezier naar school gaan en daar ook met plezier aanwezig zijn. Daarnaast heb ik ook nog wat van hen geleerd tijdens de lessen wat ook erg goed is aangezien ik daardoor mijn lessen kan verbeteren zodat zij er toch het meest aan hebben en ik ze het best kan voorbereiden op de maatschappij. Ik wil nu dan graag afsluiten met een spreuk waar ik zelf op ben gekomen “ Docenten weez zuinig op onze kinderen, want de kinderen van nu zijn de volwassenen van morgen” waarmee ik wil zeggen dat we de kinderen ook vrijheid en plezier moeten gunnen en we ze zoveel mogelijk moeten steunen in wat ze doen zodat zij dat later misschien zelf kunnen overbrengen op hun kinderen.