Essay: KPMG behoort tot de vier grootste accountantskantoren…

KPMG behoort tot de vier grootste accountantskantoren in de wereld. KPMG is onderdeel van een internationaal netwerk met vestigingen in meer dan 156 landen met in totaal meer dan 152.000 medewerkers. Een gevarieerd klantenbestand zorgt voor uitdagende opdrachten op het gebied van audit, advisory en tax. (KPMG, 2015) Gedreven collega’s, kwaliteit, teamwork en uitdagende doelen zijn de key voor de hoogwaardige dienstverlening van KPMG, met als grote ambitie om nummer een te zijn van de markt. KPMG Nederland wil zijn cli??nten de best mogelijke dienstverlening bieden. Dit willen ze bereiken door stevig vast te houden aan hun visie en strategie, waarin cli??nt, medewerker en maatschappij centraal staan (KPMG, 2015)

De afgelopen jaren is de accountant vaak in opspraak gekomen doordat er sprake is geweest van een aantal financi??le schandalen. Zo kan hier gewezen worden op onder andere Enron, Ahold, Lehman Brothers en Ballast Nedam. Als gevolg van deze schandalen is men zich de vraag gaan stellen of accountants wel degelijk voor de volle honderd procent onafhankelijk kunnen zijn naar de klant toe.

Falende interne- en externe controles hebben geleid tot de schandalen van Enron en Ahold. Dit is de reden van het tot stand brengen van de SOX wet in de Verenigde Staten. SOX is een Amerikaanse wet op het vlak van het besturen van bedrijven en de financi??le verslaglegging door bedrijven. De SOX-wetgeving is van toepassing op alle aan de Amerikaanse beurs genoteerde bedrijven, inclusief de buitenlandse beursgenoteerde bedrijven en bedrijven die zo’n notering nastreven. SOX is dus een extraterritoriale wetgeving, het heeft dus niet alleen betrekking op bedrijven die in Amerika zijn gevestigd (Werve, 2015). In de jaren na de financi??le schandalen zijn in Nederland vele initiatieven opgesteld die de onafhankelijkheid van de accountant kunnen verbeteren. In 2005 zijn de verordening gedragscode(VGC) en nadere voorschriften onafhankelijkheid(NVO), die opgesteld zijn door de beroepsorganisatie NBA in werking getreden. De VGC is de basis voor het handelen van de accountant in het maatschappelijk verkeer. De VGC gaat uit van principes in plaats van strakke regels en is daarom dan ook opgesteld als conceptueel raamwerk. In de NVO wordt het raamwerk van onafhankelijkheid besproken, het gaat hier om zowel algemene en specifieke waarborgen die worden getroffen om de bedreigingen van onafhankelijkheid tegen te gaan. Een ander belangrijk initiatief voor de Nederlandse accountantskantoren is het initiatiefnota: ‘ De accountancy na de crisis’ geschreven door Minister Ronald Plasterk. Plasterk is van mening dat de internationale financi??le crisis niet het gevolg is van een factor, maar eerder van een lange keten factoren. Ergens in die keten zit ook de accountant, de accountant ziet er op toe dat de publieke informatie over de financi??le toestand van een bedrijf accuraat is, en daarmee is de accountant de garantie voor de volledige en juiste informatie. Om de kwaliteit en onafhankelijkheid van de accountant te waarborgen is het verplicht om te rouleren van accountantskantoor om de zes jaar (Plasterk, 2011). Over de nota is op 14 februari 2012 een debat geweest omtrent de verplichte roulatie van accountantskantoor. De Tweede Kamer heeft na dit debat besloten dat een accountantskantoor voortaan niet langer dan acht jaar bij eenzelfde klant de controle mag uitvoeren. Op 14 mei 2014 is er in de Tweede Kamer een verslag van algemeen overleg gehouden over accountancy, betreft de evaluatie Wet toezicht op de financi??le verslaglegging. Minister van Financi??n J.Dijsselbloem geeft hier aan dat de kantoorroulatie geconformeerd wordt met de Europese richtlijn van tien jaar, de afkoelingstermijn gaat van twee naar vier jaar en de partnerroulatie gaat van zeven naar vijf jaar. In de zomer van 2016 zal deze wetgeving ge??mplementeerd zijn en in zijn werking treden, (De griffier van de vaste commissie voor Financi??n, 2014) . De grote vraag is natuurlijk, zorgen deze wijzigingen voor een volledig onafhankelijke accountant?

Accountants worden ingehuurd om de jaarrekening te controleren, met als doel het vertrouwen van de beoogde gebruiker, die niet de verantwoordelijke partij betreft, in de uitkomst van een evaluatie en/of toetsing van de jaarrekening ten opzichte van de gestelde criteria in het NVCOS te versterken (Kollenburg, 2014). Het doel van de controle is om de betrouwbaarheid van de informatie, die wordt gebruikt voor investeringen en beslissingen, te verbeteren. Om de betrouwbaarheid van de controle te verhogen hoort de accountant onafhankelijk te zijn. De onafhankelijkheid van de accountant is essentieel voor het verhogen van de betrouwbaarheid van informatie. Onafhankelijkheid biedt de zekerheid dat de accountant zijn controle objectief inricht en uitvoert. Het is daarom een van de belangrijkste grondslagen in accountantstheorie, zonder onafhankelijkheid heeft het werk van een accountant geen betekenis. (Jacobson, 1998) (Jeppesen, 1998)
De plicht tot het doen controleren van de jaarrekening ligt om deze reden dan ook wettelijk vast. Accountants dienen als een wettelijke veiligheidsmaatregel voor beleggers, kredietverstrekkers en tegenpartijen die een belang hebben in vennootschappen. Daarom moet de onafhankelijkheid de onaantastbare basis zijn van de auditfunctie (Groenboek, 2010).
Heden ten dagen blijft de onafhankelijkheid van de accountant een veelbesproken onderwerp. Nederlandse wetten, regels en voorschriften worden regelmatig gewijzigd om de onafhankelijkheid van de accountant te waarborgen. Het doel van dit onderzoek is daarom ook om vast te stellen op welke wijze de accountant een onafhankelijke rol kan vervullen.
In dit onderzoek wordt een kwalitatief onderzoek toegepast. Een doel van kwalitatief onderzoek is kennis op te doen op een bepaald terrein en daarover een theorie te ontwikkelen. Kwalitatief onderzoek gaat niet om het verzamelen van cijfers over een bepaald onderwerp. Het gaat veel meer over de betekenis die mensen aan bepaalde situaties en gedrag verlenen. Hierdoor is de benadering van een kwalitatief onderzoek interpretatief van aard. Dat wil zeggen dat de belevingswereld van het onderzoek centraal staat. (Verhoeven, 2011)

Gedurende het onderzoek worden verschillende onderzoeksmethoden toegepast. Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van literatuuronderzoek, bronnenstudie, en diepte interviews. Door deze onderzoeksmethoden toe te passen wordt er voldoende informatie verzameld om tot een conclusie te komen.

Gedurende het onderzoek worden er diepte-interviews afgelegd bij de accountants, de beoogde gebruikers en de AFM. Op deze manier wordt in kaart gebracht hoe de maatschappij en de accountant zelf denken over de onafhankelijkheid van de accountant. Het doel van de interviews is om de meningen te achterhalen en bepaalde problematische aspecten van de verwachtingskloof aan het licht te brengen. Diepte-interview heeft als voordeel dat het heel erg flexibel is. Hiertegenover staat echter wel dat de resultaten van het onderzoek sterk afhankelijk zijn van de interviewer. De deelvragen die worden beantwoord met behulp van de diepte interviews zijn: De interpretatieruimte van de VIO gelinkt aan professional judgement , Wat zijn de mitigerende maatregelen volgend de VIO en In hoeverre is er sprake van een verwachtingskloof t.a.v. de onafhankelijkheid, en wat is de rol van de accountant hierin?

Tijdens het gehele onderzoek wordt gebruik gemaakt van literatuuronderzoek. Literatuuronderzoek wordt gebruikt om door middel van recente wetenschappelijke onderzoeken de vraagstelling te beantwoorden. Via de databases van de Hszuyd wordt er gezocht naar wetenschappelijke artikelen die betrekking hebben op het onderzoek. Het literatuuronderzoek wordt daarna verder uitgevoerd door de relevante documenten te lezen. Informatie uit het literatuuronderzoek wordt naderhand gebruikt om de volgende deelvragen te beantwoorden: Wat wordt er verstaan onder onafhankelijkheid volgens de VIO , wat zijn de bedreigingen van onafhankelijkheid volgens de VIO, wat zijn de mitigerende maatregelen volgend de VIO en de interpretatieruimte van de VIO gelinkt aan professional judgement.
De vraag naar accountantscontrole is ontstaan dor de scheiding tussen eigendom en beheer van het vermogen. De theoretische grondslagen die hiervoor gelden zijn:
– Informatietheorie: De kwaliteit van de informatie wordt door de controle van de accountant verzekerd. Hierdoor is er minder onzekerheid bij bv. de lening verstrekker, waardoor zij minder opslag rekenen en dus de kosten voor de lening lager zijn.
– Agency theorie: Verklaart de behoefte vanuit de tegengestelde belangen tussen management en aandeelhouders.
– Verzekeringstheorie: De controlekosten dienen hier als vergoeding voor de overdracht van het risico van onjuiste informatie van het management naar de accountant.
– Vertrouwenstheorie : Volgens de vertrouwenstheorie van Limpberg is het bestaansrecht van de accountantscontrolefunctie afhankelijk van het vertrouwen dat zijn controlefunctie wekt bij het maatschappelijk verkeer. De accountant is de vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer. Echter moeten de mededelingen die gedaan worden door de accountant geen grotere vertrouwen oproepen dan zijn werkzaamheden rechtvaardigen.

Gelinkt aan de vertrouwenstheorie van Limpberg is de verwachtingskloof. De verwachtingskloof is het verschil tussen wat de gebruiker of het maatschappelijk verkeer verwacht, wat is overeengekomen en wat is nagekomen door de accountant.

De vertrouwenstheorie en de verwachtingskloof spelen in dit onderzoek een grote rol. Het theoretisch kader van dit onderzoek wordt gebouwd om de huidige Nederlandse wet- en regelgeving omtrent de onafhankelijkheid.

De huidige wet- en regelgeving omtrent de onafhankelijkheid zijn:
– Wet op het accountantsberoep (Wab)
– Verordening gedrags- en beroepsregels accountants ( VGBA)
– Verordening inzake de Onafhankelijkheid (ViO)
Deze regels en voorschriften worden gehanteerd bij het beantwoorden van de deelvragen

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.