Henri is de hoofdpersoon in het boek. Op jonge leeftijd vermoord zijn moeder zijn vader en vervolgens moet Henri bij zijn oom in Amsterdam komen wonen. Dit heeft effect op de jonge jongen en dit is misschien wel de rede waarom hij zich Dorbeck eventueel heeft kunnen verbeeld. Henri is geen knappe jongen, klein, heeft geen baardgroei, een vrouwenstem en vindt zichzelf de mislukte versie van zijn dubbelganger Dorbeck: “Ik heb nooit geweten dat ik het mislukte exemplaar was, totdat ik Dorbeck ontmoette. Toen wist ik het. Toen wist ik dat hij het geslaagde exemplaar was, dat ik in vergelijking met die man geen reden van bestaan had,”. Hij heeft weinig tot geen vrienden op de middelbare school en leeft heel eenzaam. Het is een redelijk plat karakter in het boek en je komt niet veel persoonlijke informatie te weten over hem.
Dorbeck
Dorbeck is luitenant bij de luchtmacht en de dubbelganger van Osewoudt. Hij lijkt dus, behalve de kleur haar, erg op hem. Osewoudt voerde opdrachten uit die Dorbeck aan hem gaf en wist dus alles over Henri. Na de oorlog was hij ineens verdwenen en Henri moet hem vinden om zijn leven te kunnen redden. Het is niet duidelijk of Dorbeck een echt bestaand persoon is of een verbeelding van Osewoudt. Verder blijft dit ook en plat karakter in het boek.
Ria Osewoudt
Ria is de nicht en tevens de vrouw van Osewoudt. Het is een lelijke vrouw en Osewoudt denkt dat ze maar met hem getrouwd is, omdat ze geen beter iemand kon vinden. Later is ze echter samen met de verrader van Henri en hij vermoord haar dan ook.
Marianne Sondaar
Marianne Sondaar is de schuilnaam voor de ondergedoken Joodse studente Mirjam Zettenbaum. Osewoudt en Marianne krijgen een relatie en een kind samen. Deze sterft echter bij de geboorte. Ze gaat terug naar Israël na de oorlog.
Hauptsturmführer Ebernuss
Osewoudt ontmoet Ebernuss nadat hij in de handen van de Duitsers is gevallen. Ebernuss probeert vrienden met Osewoudt te worden en zich aan te sluiten bij het verzet, omdat hij merkt dat de Duitsers de oorlog gaan verliezen. Dorbeck vertrouwd hem echter niet en uiteindelijk wordt Ebernuss vergiftigd.
Fabel en sujet
ialjdlkwf
Perspectief
Het verhaal wordt verteld in het personele perspectief, in de derde persoon. Je komt alleen te weten wat Osewoudt weet, maar het wordt niet vanuit zijn perspectief vertelt. Dit zorgt ervoor dat het boek spannend blijft en betrokken wordt bij het verhaal. Je wil graag weten wat er zal gaan gebeuren en hierdoor blijf je verder lezen. Dit is in ieder geval het effect wat het op mij heeft gehad.
Thematiek
Verhaallaag
Titelverklaring
De titel van het boek is op te delen in twee stukken die elk een eigen betekenis hebben. ‘De donkere kamer’ in de titel De donkere kamer van Damokles slaat op de kamers waarin de foto’s worden ontwikkeld. Deze kamers moeten hiervoor natuurlijk donker zijn. Tevens kan het slaan op de foto van Osewoudt en Dorbeck die mislukte doordat deze in een donkere kamer was genomen. Hierdoor kon niet worden bewezen dat Dorbeck had bestaan en d. Het woord Damokles uit de titel slaat op de continue dreiging in het verhaal: in het leven van Osewoudt is er voortdurend dreiging door de operaties die hij moet uitvoeren. Dit woord is afkomstig van “het zwaard van Damocles”.