Van inleidingsvraag tot exegese
Renske Rijkaart G3Ap
2016-2017
‘Inleidingsvragen bij de evangeliën’
Van Mattheüs tot Johannes
Taddeo di Bartolo, “De vier Evangelisten”
Opdracht 1
Oktober 2016
Inhoudsopgave
Inleiding………………………………………………………………………………………………3
Mattheüs……………………………………………………………………………………………..4
Marcus……………………………………………………………………………………………….5
Lukas…………………………………………………………………………………………………6
Johannes…………………………………………………………………………………………….7
Conclusie……………………………………………………………………………………………8
Bronvermelding……………………………………………………………………………………..9
Inleiding
Het lezen van de Bijbel is voor veel mensen niet gemakkelijk.
Oudere taal en soms onbekende begrippen maken het lezen er niet makkelijker op.
Ook de gewoonten en gebruiken uit de tijd waarin de Bijbel geschreven is, is soms zo anders als het heden.
En toch blijft het lezen van de Bijbel waardevol, juist omdat de Bijbel het woord van God is en we mede hierdoor de Heere leren kennen. Mensen worden door het lezen van Gods Woord verandert, ontdekken steeds weer nieuwe dingen voor hun leven vandaag.
Het bekendste gedeelte van de Bijbel zijn de evangeliën.
Er zijn vier evangeliën met daarin beschreven het leven en het werk van onze Heere Jezus, genoemd naar de schrijver ervan.
Alle vier de evangeliën lijken op elkaar en zijn toch anders.
Om hier meer van te begrijpen willen we het volgende in deze opdracht ontdekken:
Door wie is het evangelie geschreven?
Aan wie is het evangelie geschreven?
In welke tijd is het evangelie geschreven?
Waar is het evangelie geschreven?
Met welk doel is het geschreven?
Door deze vragen voor ieder evangelie apart te beantwoorden, hopen we te ontdekken waarom er vier evangeliën in de Bijbel staan en misschien ook wel waarom de schrijvers het evangelie zo anders aan ons bekendmaken.
Het evangelie naar Mattheüs
Over de auteur
Het eerste evangelie in de Bijbel heeft zijn naam te danken aan de belastingambtenaar, de tollenaar Mattheüs. Mattheüs wordt ook Levi genoemd, dat is zijn Joodse naam.
Mattheüs is de zoon van Alfeüs. Hij was in dienst van de Romeinen om belasting te innen. De Joden haatten de tollenaars omdat ze hen zagen als handlangers van de Romeinen en omdat ze soms meer geld inden om er zelf rijk van te worden.
Mattheüs werd door de Heere Jezus geroepen om een leerling van Hem te zijn (Marcus 2:14-17).
Zo werd Mattheüs een ooggetuige van het leven en het werk van de Heere Jezus.
In het evangelie naar Mattheüs wordt geen auteur vermeld. In de christelijke traditie gaan we er vanuit dat Mattheüs zelf de auteur is en dat anderen zijn teksten zo nauwkeurig mogelijk hebben vertaald in het grieks. Matteüs en de engel (Rembrandt van Rijn – 1661)
Over de lezer
Dit evangelie is geschreven met het oog op een Joods-Christelijke gemeente, waarschijnlijk Jeruzalem of Antiochië (Bijbelwijzer,1996,p.42)
Uit de vele teksten en beloften uit het Oude Testament, die in dit evangelie aangehaald worden, blijkt dat het evangelie in eerste instantie is bedoeld voor de Joden.
De tijd en omstandigheden
Het evangelie naar Mattheüs is geschreven omstreeks het jaar 70 na Christus maar speelt zich af tussen het jaar 0 en 33. De Israëlieten wonen in het aan hen beloofde land, maar de Romeinen zijn er de baas.
De plaats
Waar dit evangelie is geschreven is niet bekend.
Omdat er in het evangelie naar Mattheüs zeer veel citaten uit het Oude Testament zijn, heeft dit evangelie in de Bijbel een plek gekregen als eerste boek van het Nieuwe Testament.
Boodschap
De hoofdgedachte van dit evangelie is dat Jezus de aangekondigde Messias is, en dat de profetieën in Hem vervuld zijn. Met Hem is het koninkrijk van God begonnen! In dit evangelie zien we Jezus als de grote leraar, als de nieuwe Mozes, meer nog als de Zoon van God.
Het evangelie naar Marcus
Over de auteur
Het tweede evangelie in de Bijbel draagt de naam van de schrijver Marcus, die ook wel bekend is als Johannes Marcus.
Zijn moeder was Maria, die wordt genoemd in Handelingen 12:12 als degene die de christenen in haar huis ontving. (Bijbelwijzer,1996,p.42)
Marcus, was Petrus’ metgezel in Rome. Hij gebruikte Petrus’ getuigenissen om zijn evangelie samen te stellen. (Christipedia, Marcus (evangelie naar))
In het evangelie van Marcus komt zijn naam zelf niet voor.
Wel komt in Marcus 14:51 en 52 een jonge man voor, die verder weinig met de gebeurtenissen te maken heeft en in de andere evangeliën niet voorkomt, daarom wordt vermoed dat Marcus hier over zichzelf heeft geschreven.
Over de lezer
Marcus heeft zijn evangelie heeft geschreven voor christenen die uit het heidendom afkomstig waren en geen kennis hadden van Joodse tradities. Voor hen legt hij allerlei Joodse uitdrukkingen en gewoonten uit.
De tijd en omstandigheden
Algemeen wordt aangenomen dat Marcus heeft zijn evangelie omstreeks de jaren 60-70 na Christus geschreven. De profetie over de verwoesting van tempel (Marcus 13:2) wijst er wel op dat het geschreven moet zijn voor 70 na Christus.
De plaats
Boodschap