Essay: Amfibieën

Hoofdstuk 1: Wat is een amfibie?
Je hebt amfibie- voertuigen en amfibie- dieren. Maar ik ga het hebben over de amfibie- dieren. Alle amfibieën zijn vleeseters. Het woord amfibie komt van het Griekse woord ‘amphi-bios’.’ Amphi’ betekend ‘dubbel’ en ‘bios’ ‘levend’. Die naam klopt ook omdat amfibieën op het land en in het water leven. Ze worden geboren in het water en groeien daar op. Als ze volwassen zijn gaan ze meestal op het land verder leven. Je hebt verschillende soorten amfibieën. Zo heb je kikkers en padden, salamanders, maar ook bijvoorbeeld schildpadden en krokodillen, maar daar ga ik later meer over vertellen. Het verschil tussen kikkers en padden is niet zo groot. Kikkers springen veel meer dan dat ze lopen en ze zijn glad. Padden lopen meer dan dat ze springen en ze hebben een ruwe en droge huid met allemaal wratten er op. Ik ga het nu over de salamander hebben. Salamanders hebben een langer lijf en hebben een staart. amfibieën hebben een erg dunne huid dat niet beschermt wordt door haren, veren of schubben, zoals de huid van zoogdieren, vogels en reptielen. Daarom zijn bijna alle amfibieën altijd in de buurt van zoet water en in gebieden waar het vochtig is. Omdat de huid van een amfibie snel kan uitdrogen, zal je meestal geen amfibieën in warme en droge gebieden vinden. De volwassen amfibieën die op het land leven houden zich overdag verborgen om uitdroging te voorkomen en ze komen tevoorschijn wanneer het nacht wordt of wanneer het regenachtig weer is.
Salamanders zij veel minder opvallend dan kikkers en padden. Daarom hebben de meeste mensen wel eens een kikker of pad gezien, maar nog nooit een salamander, dat komt doordat ze geen geluid maken en niet springen. In het voorjaar zoeken de salamanders ondiep water op en de mannetjes krijgen een rode buik, een rugkam en vlekken over hun hele lijf. Na de winterslaap zijn de salamanders heel mager. Ze eten zich dan helemaal dik en volgen dan urenlang een vrouwtje. Dan springt het mannetje voor het vrouwtje en wappert met zijn staart een geurstof naar het vrouwtje en als het vrouwtje daar op reageert gaan ze paren. Als het vrouwtje dan haar eitjes gelegd heeft legt ze de eitjes op een blad en vouwt die dicht zodat de eitjes beter beschermt zijn. Na de paartijd gaan de salamanders weer het land op.
Bijzondere soorten:
De vuursalamander komt in zuid- Limburg voor en kan twintig cm lang worden. Hij heet zo omdat hij opvallende gele vlekken op zijn lijf heeft. Het bijzondere aan de vuursalamander is dat hij geen eitjes legt. De eitjes komen al uit in de buik en het vrouwtje poept de kleintjes dan uit. Een andere grote salamander in Nederland is de kamsalamander. Hij kan ook twintig cm lang worden. Hij is donker van kleur en is daardoor minder opvallend. De mooiste van Nederland vind ik de alpensalamander. In het voorjaar zijn de mannetjes donkerblauw met zwarte stippen en een fel oranje buik

Hoofdstuk 2: Het leven van een amfibie.
Zoals ik al zij in het eerste hoofdstuk, amfibieën zijn vleeseters. Ze eten alles wat beweegt en niet te groot is: vliegen, muggen, kevers, slakken wormen eitjes van andere amfibieën en zelfs elkaar! De larven van kikkers eten alleen plantaardig voedsel. De larven van salamanders zijn vleeseters. Ze eten kleine diertjes zoals watervlooien. Maar amfibieën worden ook gegeten door bijvoorbeeld: reigers, ooievaars, roofvogels, snoeken, egels, vossen, ringslangen en ratten. In het voorjaar zijn ook de larven een lekker hapje voor veel dieren. Niet alleen voor vissen, maar ook voor larven van libellen en waterkevers. Geen wonder dat kikkers en padden zoveel eieren leggen. Anders zouden er nauwelijks larven groot worden.
Omdat amfibieën zoveel vijanden hebben, hebben ze allemaal manieren om daaraan te ontsnappen. Boomkikkers zijn net zo groen als de bladeren waarop ze leven. Zij maken gebruik van hun schutkleur. Padden , met hun wratten en bruine kleur, lijken op stenen en modder. Zo’n schutkleur zorgt ervoor dat ze minder opvallen in hun omgeving. Pijlgifkikkers hebben juist een heel felle en opvallende kleur. Die zijn bedoeld als waarschuwing: Pas op! Ik ben giftig! Kikkers kunnen ver springen. Zo kunnen ze goed ontsnappen aan hun vijanden. Groene kikkers springen gelijk in een plas als er een vijand is, want ze zijn altijd in de buurt van een pas. Gewone padden gaan op hun achter poten staan en blazen zich op. Zo ziet hij er groter uit voor zijn vijand. Slangen laten zich daardoor afschrikken. Zo heeft elke pad of kikker een manier om van zijn vijanden af te komen.
Tegenwoordig gaat het niet goed met de amfibieën. Over de hele wereld gaat het aantal amfibieën hard achteruit. Ze verdwijnen uit gebieden of sterven zelfs uit. E??n derde van alle soorten worden met uitsterven bedreigd. De oorzaak is meestal de mens. Veel natte gebieden zijn drooggelegd voor landbouw. Ook voor wegen, woonwijken en gebouwen zijn leefgebieden van veel amfibieën kleiner geworden of zelfs verdwenen. Door watervervuiling verdwijnen ook veel amfibieën. Met hun dunne huid hebben ze gauw last van schadelijke stoffen in het water, zoals mesten en bestrijdingsmiddelen. Sommige onderzoekers denken dat ook de ozonlaag ermee te make heeft. Deze laag zuurstof beschermt de aarde tegen schadelijke straling van de zon. Door luchtvervuiling is de ozonlaag de laatste tientallen jaren dunner geworden. amfibieën zijn door hun dunne huid extra gevoelig voor deze straling. Ook hun eieren zijn voor die straling niet goed beschermt en ze zijn er erg gevoelig voor. Dus houdt daar rekening mee en neem vooral geen amfibie mee naar huis zonder dat je een omgeving voor hem hebt zoals een terrarium en zonder dat je goed eten voor hem hebt.
Hoofdstuk 5: De bekendste soorten.
Als je aan amfibieën denkt, denk je meestal gelijk aan kikkers of salamanders. Maar je hebt ook krokodillen, slangen en schildpadden als amfibieën. Ik ga het in dit hoofdstuk hebben over de bekendste soorten amfibieën.
Krokodillen
Er zijn drie??ntwintig soorten krokodilachtige: 2 soorten alligators, 6 soorten kaaimannen, 2 soorten gavialen en 13 soorten krokodillen. Ze komen allemaal voor in warmere streken. Behalve de bedreigde Chinese alligator. Die kan zelfs in deels bevroren water leven. De grootste krokodilachtige is de zoetwater krokodil, die wel 6 meter lang kan worden. De kleinste is de wigkopkaaiman, die wordt maar 1,25 meter lang. Krokodilachtige zijn stiekeme jagers die dicht bij het water blijven. Ze eten insecten, kikkers, vissen, schildpadden en vogels.de grotere soorten jagen zelfs op grotere dieren zoals zebra’s of gnoes.
Schildpadden
Schildpadden zijn in 280 miljoen jaar niet veel verandert. Deze oudste reptielen hebben een benig schild die deel uitmaakt van hun skelet. Ze worden verdeeld in twee groepen: Schildpadden die de kop direct onder het schild terugtrekken, behoren tot de Cryptodira of halsbergers. Het grootste deel van de schildpadden behoort tot deze groep. Er zijn twee uitzonderingen die wel tot de halsbergers behoren maar de kop niet terugtrekken. De soorten uit de familie bijtschildpadden hebben een te grote kop om terug te trekken. Ook de zeeschildpadden zijn halsbergers maar alle soorten hebben het vermogen om de kop terug te trekken verloren.
De andere groep schildpadden heeft een erg lange nek en buigt deze samen met de kop onder de schildrand, deze families behoren tot de Pleurodira of halswenders. Bij een aantal soorten is de nek langer dan het schild. De lange nek van de laatste groep heeft als voordeel dat de schildpad in wat dieper water kan leven.
Slangen
Slangen zijn een groep van hagedissen en reptielen die horen bij de schubreptielen. Alle soorten worden gekenmerkt door hun erg lange, dunne lichaam zonder ledematen. Slangen zijn duidelijk te onderscheiden van alle andere dieren en de meeste andere reptielen als krokodilachtige, schildpadden en brughagedissen. Met sommige groepen van hagedissen is het onderscheid niet zo duidelijk.
Slangen komen wereldwijd voor. Omdat ze koudbloedig zijn, leven de meeste soorten in warmere streken. Een aantal soorten is aangepast aan het leven in heel erg droge omgevingen, zoals woestijnen. Er zijn echter ook slangen die ondergronds leven en veel graven of juist zijn aangepast aan een leven in waterige omgevingen zoals rivieren, meren en de zee.

Inleiding
Op een dag zei meester: ‘Morgen gaan we aan de werkstukken werken.’ Maar ik had nog geen onderwerp. Dus toen school uit was rende ik gelijk naar huis want ik was natuurlijk helemaal in de stress. Toen ik thuis was vertelde ik het mijn moeder en ze zei dat ik gewoon heel hard moest nadenken. Dus dat deed ik, maar het lukte niet echt, dus toen ging mijn moeder een beetje helpen en uiteindelijk ging ik kiezen tussen amfibieën en katachtige. Ik dacht de hele avond na over welke ik nou wilde kiezen, maar ik kwam er maar niet uit. De volgende dag gingen we werkstukken maken maar ik wist het nog steeds niet. Dus vroeg ik raad aan juf Flos en zij zei dat niemand het ooit over amfibieën gehad heeft en dat d??t een mooi onderwerp is. Dus die koos ik. Ik vind dit onderwerp leuk en interessant omdat het dieren of voertuigen kunnen zijn die op het land ??n in het water kunnen en ik denk dat ik daar veel over kan vertellen. Ik wil eigenlijk wel leren hoe de dieren en voertuigen er uit zien en hoe ze werken. Dit jaar ga ik proberen extra mijn best de doen voor mijn werkstuk zodat jullie het echt leuk en interessant gaan vinden. Ik ga proberen naar musea, bibliotheken en dierentuinen te gaan en ik ga onderzoeken wat voor soort dieren er zijn die op het land en in het water kunnen. Ik ga erg mijn best doen om jullie te vermaken. Ik hoop dat ik een goed werkstuk ga maken!
Inhoudsopgave:
Bronvermelding
Inleiding
Hoofdstuk 1: Wat is een amfibie?
Hoofdstuk 2: Het leven van een amfibie.
Hoofdstuk 3: Van eitje opgroeien naar kikkertje.
Hoofdstuk 4: De lichaamsbouw.
Hoofdstuk 5: De bekendste soorten.
Hoofdstuk 6: Hoe houd je zelf een amfibie?
Hoofdstuk 7: Wist je datjes.
Slotwoord

Hoe houd je zelf een amfibie?
amfibieën hebben ook een verblijfplaats nodig die hetzelfde is als hun natuurlijke omgeving. Anders dan reptielen hebben zij w??l veel water nodig. Een combinatie van land en water zorgt ervoor dat je amfibie kan relaxen op het droge en lekker kan zwemmen in het water (bijvoorbeeld een paludarium). Ook voor amfibieën geldt dat verschillende soorten verschillende eisen stellen aan hun verblijfplaats. Zoek voordat je je amfibie gaat kopen goed uit wat jouw nieuwe dier allemaal nodig heeft. Dit kun je aan iemand vragen die al veel ervaring heeft met deze dieren, zoals een (betrouwbare) verkoper of natuurlijk aan de dierenarts.
Als de verblijfplaats voor je nieuwe dier helemaal in orde is, kun je je nieuwe huisdier gaan kopen. Let bij het kopen van een reptiel of amfibie goed op de gezondheid van het dier. Natte ogen en neuzen zijn geen goed teken. Controleer de huid ook op parasieten en koop geen dier dat aan het vervellen is. Het vervellen moet namelijk in alle rust gebeuren, stoor het dier hier dus niet bij. Als je niet zeker weet of je nieuwe huisdier helemaal gezond is, ga dan bij een specialist (bijvoorbeeld een dierenarts) langs.
De kosten van het houden van een reptiel of amfibie kunnen ook aardig oplopen. Een volledig terrarium, voedsel en mogelijke bezoekjes aan de dierenarts: het kost allemaal geld. Speciale slangen kunnen wel duizenden euro’s kosten, maar je hebt ze ook al voor ’10. Ook schildpadjes kun je al voor ’10 kopen.

Verzorging
De verzorging van een reptiel of amfibie kost veel tijd. Het drinkwater moet elke dag verschoond worden, de wanden van het terrarium moeten schoon blijven, poep en voedselresten moeten weg worden gehaald en je moet je huisdier elke dag bekijken om te kijken of alles wel goed gaat.
Beweging
Ook reptielen en amfibieën moeten lekker kunnen bewegen. Zorg er dus voor dat hun vivarium niet te klein is. Als je een insectenetend diertje hebt, kun je dit het beste levende insecten (bijvoorbeeld krekels) voeren. Op deze manier moeten ze zelf nog op de beestjes jagen en blijven ze actief en alert.

Voeding
Verschillende soorten reptielen en amfibieën hebben verschillend voedsel nodig. Sommige soorten eten namelijk alleen vlees, anderen alleen planten en weer anderen eten het allebei. Als je dier een vleeseter is, dan kun je hem of haar het beste levende prooien voeren. Dit is namelijk goed voor hun spijsvertering. Als je bijvoorbeeld je hagedis krekels geeft dan is het handig om de krekels zelf nog wat bij te voeren nadat je ze in de dierenwinkel hebt gehaald. Ze zijn vaak wat ondervoed als ze uit de dierenwinkel komen en hierdoor ook niet zo voedzaam voor jouw dier.
Vraag een ervaren reptielenhouder of amfibieënhouder of de dierenarts voor een goed voedingsadvies voor jouw dier.
Wist je datjes
Wist je dat:

Krokodillen hun tong niet kunnen uitsteken?

Een krokodil stenen eet, niet omdat ze die nu zo lekker vinden maar met de stenen in hun maag kunnen ze hun voedsel vlugger fijnmalen wat de vertering bespoedigt?

De grootste kikker de goliathkikker is? Wanneer hij zich uitstrekt, meet hij 80 cm en hij weegt soms tot 3 kilo.

amfibieën hun levensloop een evolutionaire proces is waarvan de eerste de larve fase in het water is?

Een anaconda twee jaar kan overleven zonder voedsel?

De Bengaalse varaan zijn slachtoffer uit de grond graaft met zijn sterke voorpoten en klauwen en dat hij hem daarna afmaakt met een verbrijzelende beet?

De cantil (slang) uit Zuid-Amerika het uiteinde van zijn groene staart beweegt om vogels en kikkers aan te trekken omdat ze dan denken dat ze een smakelijk insect hebben gezien?

Miljoenen jaren geleden bestonden er enkel waterdieren. amfibieën waren de eerste gewervelde dieren die aan land kwamen.
De wratten op de pad hebben een functie. Zo ziet een pad er niet uit als een lekker hapje en laten roofdieren hen met rust.
amfibieën wonen in de zomer en de winter op een andere plek. Ze hebben een winterverblijf voor hun winterslaap.
Aan de kleur van een kikker kan je zien hoe giftig die kikker is. Hoe feller de kleuren, hoe sterker het gif.
Er bestaat een kikker die krimpt naarmate hij ouder wordt. Als dikkopje is hij 25 cm en als kikker nog maar 6 cm…
De wormsalamander heeft heel krachtige kaken om zijn mond stevig dicht te houden tijdens het graven. Zo komt er geen zand in.
De goliath kikker is de grootste kikker op aarde. Hij wordt 30 cm lang en is dus groter dan een hond.
amfibieën keren elk jaar terug naar hun geboorteplek. Helaas worden er dan veel overreden…
Niet giftige amfibieën doen soms alsof ze giftig zijn door hun kleurrijke buik te tonen. Roofdieren denken dan dat ze giftig zijn en laten ze gerust.

Hoofdstuk 4: De lichaamsbouw
amfibieën zijn gewervelde dieren. Ze hebben net zoals vogels en zoogdieren een skelet. Gewervelde dieren zijn dieren met ruggenwervels. Kikkers en padden hebben 5 tenen en 4 vingers. Bij kikkers zitten er vliezen tussen de tenen. Daarmee kunnen ze beter zwemmen. Boomkikkers hebben een soort van zuignapjes aan hun poten. Daarmee kunnen ze zich goed vast houden aan gladden oppervlakten, zoals bladeren. Maar ze kunnen daarmee ook over muren heen lopen. Veel kikkers en padden hebben een tong die ze kunnen uitklappen. De tong zit als een scharnier vast aan de onderlip en is heel kleverig. Met zo’n tong vangt een kikker heel makkelijk een vlieg, worm, slak enz. amfibieën zijn koudbloedig. Hun lichaam heeft dezelfde temperatuur als hun omgeving. Als het warm is zijn amfibieën erg actief. Bij koud weer bewegen amfibieën heel sloom en traag. Sommige kikkers hebben stoffen in hun bloed die beschermen tegen hardnekkige vorst. In Amerika komt een kikker voor die in de winter bevriest en in het voorjaar weer ontdooit!
Zintuigen
Kikkers en padden kunnen best wel hard geluid maken. Dat doen ze met hun stembanden. Groene kikkers hebben grote kwaakblazen. Let maar eens op wanneer ze kwaken. Aan de zijkant van hun kop zie je dan twee ballonnetjes verschijnen. Die kwaakblazen versterken het geluid, net als de klankkast bij een gitaar. De mannetjes kwaken om hun partners te vinden. amfibieën kunnen niet erg goed horen. Ze hebben geen oorschelpen. Die zouden te hinderlijk zijn bij het zwemmen. Ze vangen geluiden op met hun trommelvlies.
Kikkers en padden hebben bolvormige ogen die aan de bovenkant van de kop uitpuilen. We weten niet precies hoe amfibieën zien, maar kikkers kunnen in ieder geval hun ooglens niet scherpstellen. Ze zien daardoor niet erg scherp. Wel kunnen ze bewegingen goed waarnemen. een vlieg wordt niet gepakt wanneer hij doodstil zit. In het oog zit een reflecterend laagje, net als bij katten. Daarom kunnen amfibieën in het donker ook goed beweging zien.
Huid
De huid van een amfibie is glad. Hij groeit iet mee met het dier. Daarom moeten amfibieën regelmatig vervellen. Dat gebeurt meestal ‘s nachts. Dat is veiliger, omdat een vervellend dier zich moeilijk kan verdedigen. Hij kan dan niet goed lopen of springen. Als de oude huid is afgescheurd eet het dier het meestal op. In de huid zitten veel klieren. Deze maken vooral slijm en bij een aantal amfibieën ook gif. Het slijm houd de huid vochtig. In zuid Amerika leven kikkers met erg giftig slijm in hun huid. Indianen gebruiken dit gif om op apen en vogels te kunnen jagen. Vandaar de naam pijlgifkikkers. Pijlgifkikkers zijn zo giftig, doordat ze zoveel giftige insecten en duizendpoten eten. In de huid liggen ook veel bloedvaten. Deze bloedvaten nemen zuurstof op. Die zuurstof komt uit de lucht door de dunne huid naar binnen. Onder water gaat zuurstof uit het water door de huid. De huid van een amfibie werkt dus als een soort van long of kieuw. amfibieën ademen daarom zowel door hun huid als met hun longen en kieuwen.

Slotwoord
Het was leuk om aan mijn werkstuk te werken. Ik heb er hard aan gewerkt en ik heb veel leuke dingen moeten overslaan, maar ik vind dat het het waart is. Ik heb veel geleerd over amfibieën en ik vind het heel interessant. Ik ben blij dat ik dit onderwerp heb gekozen omdat ik nu kan laten zien hoe mooi deze dieren zijn. Ik ben jammer genoeg niet aan mijn extra toe gekomen ‘.Ik hoop dat jullie ervan genoten hebben (ik tenminste wel van het maken ervan’) en tot de volgende keer dan maar weer!

Hoofdstuk 3: Van eitje opgroeien naar kikkertje

amfibieën hebben water nodig om zich voort te planten. Hun eieren hebben geen schaal zoals bij de eieren van vogels. Daarom leggen amfibieën hun eieren in het water. Misschien heb je wel eens van die klonten kikkerdril in het water van sloten zien liggen in het voorjaar. Dat zijn de eieren van de bruine kikker. Ze zetten de eitjes af in sloten en poelen. Al dagen daarvoor klimt het mannetje boven op het vrouwtje, want het vrouwtje is groter. Het mannetje klemt zich dan stevig vast. Tijdens de paring, als het vrouwtje de eitjes afzet, spuit het mannetje miljoenen zaadcellen over de eitjes zodat ze bevruchten. Alleen als de eitjes bevrucht zijn komen er kikkertjes uit. Wanneer de eitjes zijn gelegd, gaan de cellen van de eitjes zich om het uur delen door twee. Na twee dagen zijn het er tig duizenden. Dit heet een embryo. Na een paar dagen verandert het embryo van vorm. Er ontstaat dan een staartje en een kopje. Het wordt dan een kikkervisje. Ook wel larve genoemd. Later krijgt het kieuwen en dan lost het slijm op wat er omheen zat. Wanneer het slijm is opgelost gaan ze aan een plantje hangen en dan gaan ze voor het eerst zwemmen. Kort daarna krijgen ze een mondje en tandjes. De kikkervisjes eten dan de algen van de plant af. Kikkervisjes groeien heel snel. Binnen enkele weken krijgen ze pootjes en longen. De staart verdwijnt en ook de kieuwen verdwijnen. Het kikkervisje gaat steeds meer op een kikker lijken. Als de kieuwen weg zijn moet het kikkertje steeds weer naar boven om lucht te happen. Als het zomer is gaan de jonge kikkertjes weg van het water en beginnen een heel nieuw leven op het land. Ze eten dan ook ander voedsel. Rond die tijd zie je ook overal kikkertjes springen.

De voedmeesterpad komt voor in Limburg. Het is ‘?n van de weinige amfibie soorten die z’n eieren beschermen. Het mannetje neemt de eitjes mee aan z’n poten totdat ze uitkomen.

Salamanderlarven zijn net als hun ouders jagers. Ze vangen en eten watervlooien en andere kleine beestjes, waaronder salamanderlarven die kleiner zijn dan zichzelf. De larven van kikkers en padden, kikkervisjes, eten eerst vijverplanten en later gaan ze pas over naar waterdiertjes. Het leven is gevaarlijk voor amfibieën die net uit hun eitje zijn gekomen, want zoals ik al zei in het tweede hoofdstuk: waterkevers, libellenlarven, vissen, vogels en volwassen amfibieën, houden wel van een lekker kikkervisje of salamanderlarve. De larven die overblijven, veranderen langzaam in volwassen amfibieën:

 

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.