Ik wilde graag met een paar gehandicapten zelf praten over hoe het is om te gaan sporten…

Voorwoord:

Ik heb dit onderwerp als profiel werkstuk gekozen omdat ik altijd graag wilde werken met gehandicapten en het te combineren met sport. Ik wilde eerst ook de opleiding sportkunde doen, en hier zou dit onderwerp goed bij passen. Veel dachten dat de gehandicaptensport erg goed is geregeld in Nederland, wanneer ik vertelde dat ik mijn profielwerkstuk ging over sporten voor gehandicapten. Dus zo kwam ik op mijn hoofdvraag, ‘Is de gehandicaptensport goed geregeld in Nederland?’. Want is er wel genoeg aanbod voor iedereen? En is het goed geregeld voor die mensen? Wat willen de mensen met een beperking eigenlijk bereiken met sport? Deze vragen kwamen allemaal in mijn hoofd en heb ze dus ook gebruikt voor dit profielwerkstuk.

Ik wil graag de mensen bedanken die een bijdrage hebben geleverd aan mijn profielwerkstuk. Als eerste mijn begeleidster mevrouw Brosens, ik vond het erg moeilijk om precies te begrijpen hoe het allemaal in mekaar stak en daar heeft ze wel aan geholpen. En ook Mandy Buijs, ze heeft me veel verteld over haar werk, het aanbod van gehandicaptensport en wat de invloed bij de mensen met een beperking is.

Inhoud:

2. Het voorwoord
4. De inleiding
5-6. Wat is gehandicaptensport?
7-10. Welke soort handicaps zijn er?
11-12. Wat is de behoefte van mensen met een beperking?
13-15. Hoe is het sport- en beweegaanbod in Nederland voor gehandicaptensport ` georganiseerd?
16-17. Wat voor classificatie is er in de gehandicaptensport?
18. Conclusie
19. Literatuurlijst
20. Logboek
21. Bijlage 1 (Tien beperkingen die in de Paralympische sport toegelaten worden)
22-23. Bijlage 2 (Interview met Mandy Buijs)

Inleiding:

Literatuur onderzoek

Door middel van het literatuuronderzoek is er onderzoek gedaan naar wat gehandicaptensport precies is en of er wel genoeg aanbod is in sport voor mensen met een beperking. Verder heb ik gekeken naar wat de behoefte is van mensen met een beperking, met betrekking tot sport. Als laatste heb ik onderzoek gedaan naar hoe het classificatiesysteem in elkaar zit omdat dat toch anders loopt dan bij de gewone sport.

Praktijk onderzoek

Ik wilde graag met een paar gehandicapten zelf praten over hoe het is om te gaan sporten en of het iets voor hun was veranderd nadat ze begonnen waren. Helaas is dit niet gelukt omdat het best moeilijk was te regelen dus heb ik gekozen voor een interview bij een sportcoach op het gebied van gehandicapten en ouderen. Ik heb hiervoor gekozen omdat ik iemand wilde spreken die echt met die mensen in contact stond, en wie veel tijd met hun samen besteedde aan sporten.

Zo heb ik een interview gehad met Mandy Buijs. Mandy is een beweegcoach in Roosendaal en contactpersoon voor uniek sporten. Ik heb met haar een interview gehad over oa. wat haar werk precies inhoud en hoe het is voor de gehandicapten (zie bijlage ‘interview met Mandy Buijs).

Mijn doel
Mijn doel van dit onderzoek is om meer te weten te komen hoe het precies zit met de gehandicapten sport op meerdere vlakken, zoals wat het precies inhoudt en het aanbod, hoe dit geregeld is en of het genoeg is.
De vraagstelling
Binnen dit onderzoek is de volgende vraagstelling geformuleerd:
Hoofdvraag:
Is de gehandicaptensport goed geregeld in Nederland?

Deelvragen:
1. Wat is gehandicaptensport?
2. Welke soorten handicaps zijn er?
3. Wat is de behoefte van mensen met een beperking?
4. Is er genoeg aanbod in Nederland voor gehandicaptensport?
5. Wat voor classificatie is er in de gehandicaptensport?

Wat is gehandicaptensport?

Gehandicaptensport is een breed begrip voor de sporten die er zijn voor mensen met een beperking. Gehandicaptensport is sport en bewegen op maat voor mensen met een handicap. Het is van toepassing op elke vorm van handicap bij personen met een visuele en/of auditieve, motorische of verstandelijke beperking.

Gehandicaptensport maakt het mogelijk voor gehandicapten om te sporten. De sport wordt zodanig aangepast dat een gehandicapte aan de sport kan deelnemen.
Voor degene die willen sporten zijn er vele mogelijkheden. Zowel in teamverband of juist individueel. Op topniveau of juist recreatief, het kan allemaal.
Door de volgende aanpassingen kunnen de gehandicapten toch sporten:
o Bij sommige sporten worden de spelregels aangepast
o Bij sommige sporten wordt het speelveld aangepast.
o Het kan ook gebeuren dat een sport speciaal ontwikkeld wordt voor doelgroepen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking.
o Het materiaal is speciaal ontwikkeld voor een bepaalde sport.

Sommige rolstoelen worden speciaal gemaakt voor een bepaalde sport en een bepaalde positie (zoals de onderstaande voorbeelden).

Door de speciale bouw van de ‘dansstoel’ (figuur 2) zit de danser mooi rechtop en door de scherpe afstelling zorgt deze rolstoel dat de persoon goed kan dansen.
De rolstoel hier links afgebeeld (figuur 1) is speciaal gemaakt voor Quad rugby.

 

Er is ook een verschil tussen normale protheses om op te lopen of om mee te sporten (zoals in onderstaand voorbeeld).

Figuur 4 laat de sportprotheses zien en figuur 3 de gewone prothese. De sportprothese heeft veel meer vering dan de normale wat dus beter is om op te sporten. Dit komt door de klappen die de prothese moet opvangen van bijvoorbeeld rennen. De gewone prothese zou sneller stuk kunnen gaan.
Het is verstandig om te kijken naar de soort handicap, voordat je een sport gaat kiezen. Als je namelijk slecht horend of doof bent is het niet verstandig om een teamsport te kiezen waar veel gecommuniceerd moet worden.
Mensen met een verstandelijke handicap zullen ook sneller kiezen voor een lichamelijke sport dan voor een denksport.
De geschiedenis
Er werd in de laatste eeuwen steeds meer gedaan voor de gehandicapten die wel wilden sporten. Na bijvoorbeeld oorlogen en epidemieën was er een deel van de wereldbevolking die gehandicapt was geworden. Er was toen veel vraag naar sporten dat ze wel konden doen ondanks hun afwijking, er was namelijk niet veel aanbod voor gehandicaptensport voor bijv. veteranen. Voor velen was het niet mogelijk zich een plaats te verwerven in de valide sport.
In het bijzonder de voortrekker van de moderne gehandicaptensport, Sir Ludwig Guttmann, werkzaam in het Stoke Mandeville Hospital te Engeland, onderkende al snel dat het aan sport doen een zeer gunstige invloed had op het spiersysteem. Onder zijn leiding gaat men tijdens het revalidatieproces aan sport doen. Vooral sporten die weinig tot geen aanpassing behoefden zoals tafeltennis en handboogschieten hadden in het begin de voorkeur. Door deze ontwikkeling hervond de betrokkene het zelfvertrouwen en gevoel voor eigenwaarde terug.
Na de 2e wereld oorlog had men in Nederland veel oud-militairen die door de oorlog blijvend gehandicapt zouden zijn. Een groot aantal oud-militairen die door het oorlogsgeweld blijvend gehandicapt zouden zijn. Na de revalidatie bracht hun ervaringen hen er toe naar mogelijkheden te zoeken om de sportbeoefening voor te zetten. Vanuit hun belangenorganisatie de Bond voor Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers, kortweg BNMO werd meer en meer de behoefte voelbaar om georganiseerd sport te bedrijven.
Met het verstrijken der jaren kwam ook de mogelijkheid voor niet-militairen gehandicapten zich aan te sluiten bij de verschillende sportclubs. Vergrijzing van de oorlogsslachtoffers heeft er echter toe geleid dat de BNMO naar de achtergrond werd gedrongen. De vraag naar sport bleef en aldus ontstonden de eerste sportverenigingen voor gehandicapten. De bond bleef de eerste jaren nog wel een belangrijke subsidiegever.

 

Bronnen bij deze deelvraag:
https://www.gehandicaptensport.nl/
http://www.gsvdesleutels.nl/geschiedenis-menu/49-geschiedenis-gehandicaptensport
https://www.unieksporten.nl/

 

Welke soorten handicaps zijn er?
De mensen die een gehandicapten sport beoefenen zijn mensen met een handicap. Alleen zijn er grote verschillen tussen die handicaps. Er zijn namelijk mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap.
Lichamelijke beperking
De definitie van lichamelijke beperking valt als volgt te definiëren:
‘Mensen met een lichamelijke handicap hebben één of meer functiestoornissen in samenhang met een lichamelijke afwijking van permanente aard. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een stoornis in het bewegingsapparaat, een chronische aandoening of stoornissen in het zien, horen of spreken (Mulier Instituut, 2013).’
Mensen met een lichamelijke beperking kun je weer in 3 soorten lichamelijke beperkingen. Dit zijn motorische, chronische en zintuiglijke beperkingen. Zintuigelijke beperkingen kun je dan weer in 2 groepen splitsen. Je kunt een visuele beperking hebben of een auditieve.
Uit onderzoek dat op 22 december 2015 is gepubliceerd op ‘alles over sport’ blijkt dat 1.6 miljoen mensen van de Nederlandse bevolking tussen de 12-79 jaar een matige of ernstige lichamelijke beperking heeft. Daarentegen zijn er ongeveer 142.000 mensen met een verstandelijke beperking in Nederland, hiervan hebben ongeveer 68.000 mensen een matige of ernstige verstandelijke beperking.
Motorische beperking
Mensen met een motorische beperking hebben last van stoornissen bij het lopen, en ook bij gebruik van armen, handen of het evenwicht. Hierdoor kunnen mensen fysiek minder goed uit de schoenen. Door de beperking hebben ze hulp nodig in het dagelijks leven met dingen zoals aankleden, wassen en douchen.
Deze doelgroep wordt gekenmerkt door veel verschillende soorten en vormen van motorische beperking, waaronder dwarslaesie, reumatische aandoening en de ziekte van Parkinson. Het hoeft dus niet zo te zijn dat een motorische beperking aangeboren is, maar kan ook in een later stadium van het leven voorkomen, bijvoorbeeld bij een dwarslaesie (Middelpunt, 2016).
Chronische beperking
Mensen met een chronische beperking worden omschreven als irreversibele aandoening, zonder uitzicht op volledig herstel en met een relatief lange ziekteduur (GGD, 2014). Dit betekent niet per direct dat deze mensen afhankelijk zijn, maar wel dat ze beperkt zijn in een aantal dingen. Deze beperking kan aangeboren zijn, maar het kan ook voorkomen dat dit pas na verloop van tijd kenbaar wordt. Voorbeelden van chronische beperkingen zijn astma, suikerziekte, hart- en vaatziekte en nier- en leveraandoeningen. Kenmerkend aan een chronische beperking is dat de persoon met de ziekte vaak niet begrepen wordt door de omgeving (Abelle, 2016).

Op de site van SpecialSport wordt er onderscheid gemaakt tussen vier typen chronische aandoeningen:
• Chronische aandoeningen die leiden tot steeds (periodiek) terugkomende klachten, bijvoorbeeld allergieën, epilepsie of astma;
• Chronische aandoeningen levensbedreigend van aard, bijvoorbeeld kanker;
• Psychische stoornissen van chronische aard, bijvoorbeeld schizofrenie;
• Chronische aandoeningen die op progressieve wijze verslechteren en leiden tot invaliditeit, bijvoorbeeld de ziekte van Huntington (SpecialSport, 2017).
Zintuiglijke beperking
Bij mensen met een zintuiglijke beperking werken bepaalde zintuigen niet of onvoldoende. Naast de ogen of het visuele vermogen zijn horen, proeven, ruiken en voelen de andere activiteiten die voor belemmering zorgen (Huys, 2016). De term zintuiglijke beperking is te verdelen onder visuele- en auditieve beperkingen.
Visuele beperking
De definitie van slechtziendheid en blindheid, oftewel visuele beperking wordt per land anders geïnterpreteerd. In Nederland wordt de volgende definitie door oogartsen opgevolgd:
• Slechtziend: Mensen die minder zien dan 30 procent of waarvan het gezichtsveld kleiner is dan 30 graden. (Een normaal gezichtsveld is 140 graden.) De visuele beperking kan niet worden gecorrigeerd door het dragen van een bril of contactlenzen.
• Maatschappelijk blind: Mensen die minder zien dan 5 procent of waarvan het gezichtsveld kleiner is dan 10 graden, noemen we ‘maatschappelijk blind’. Zij kunnen nog wel licht en donker onderscheiden en de omtrek van mensen en objecten zien.
• Blind: Mensen die helemaal niets zien, ook geen licht (Oogfonds, 2016).
In het onderzoek van dr. Hans Limburg (2007) wordt een omschrijving gegeven van de term visuele beperking: ‘Mensen met een visuele beperking hebben een visus, oftewel gezichtsscherpte, van minder dan vijf procent. Daarbij hebben deze mensen een gezichtsveld van minder dan 10 graden.’
Dit betekent niet per direct dat deze mensen niks meer kunnen zien. Daarnaast kan een visuele beperking aangeboren zijn of zich in een later stadium ontwikkelen.
Auditieve beperking
Mensen met een auditieve beperking hebben een beperkte mate op het gebied van horen (Accessibility, 2016). Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) bestaat de definitie van mensen met een auditieve beperking als zij gebruik maken van een gehoorapparaat, moeite hebben om een gesprek met één persoon goed te kunnen volgen en niet in staat zijn om een gesprek met vier personen goed te kunnen volgen (Mulier Instituut, 2008).

 

 

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.